Wind and Water op de Middellandse Zee

Wind and Water op de Middellandse Zee
Zondag 24 juli 2011
Oeiras - Lissabon.

Op woensdag vertrekken wij van Oeiras naar voorlopig onze laatste haven; Marina Parque das Nacoes in Lissabon.
De nacht ervoor had het flink gewaaid.
’s Ochtends aan het ontbijt besluit Jelle dat wij vertrekken.
Inmiddels had ik op windfinder (speciale site waar verwachte windsterkten opstaan) gezien, dat de voorspellingen overdag 16-20 knopen waren. De dagen erna zou het weer minstens 22 knopen gaan waaien. Er kwam nog bij, dat ik deze haven inmiddels wel kende en toe was aan een nieuwe haven.
Het tij zou tegen 14.00 uur gaan “mee” lopen. De afstand was kort ;15 miles.
Jelle had een nieuwe stormfok, die hij nog niet had getest. Vandaag was een goede reden om de stormfok uit te proberen, vanwege de onregelmatige wind.
Achteraf bleek dat dat heel verstandig was.
Om 12 uur waren wij klaar en besloten om te vertrekken, ondanks dat wij dan de eerste 2 uur stroom tegen zouden hebben. Bij het uitvaren van de haven hadden wij direct 16 knopen wind. Het was heerlijk om weer op het water te zijn en de zon scheen lekker.
De stormfok op en de motor uit. Wat een verschil om op de Taag te zeilen in vergelijking met de Oceaan. Het deed ons denken aan het zeilen op de Grevelingen.
In het begin voeren wij bijna 3 knopen, maar na een half uurtje trok de wind aan en voeren wij 5 knopen in werkelijkheid (de 2 knopen stroom tegen waren er al af). De boot bleef lekker recht, dit gaf mij een stukje rust. Even later kregen wij namelijk windvlagen van wel 30 knopen, maar Wind & Water gaf geen krimp, zij en haar bemanning hadden het prima naar hun zin.
Vanaf de boot hadden wij een prachtig uitzicht op de stad Lissabon. Wij zeilden onder de hangbrug Ponte 25 de Abril door. Aan de overkant het 28 meter hoge Christusbeeld dat op een voetstuk staat .
Voor de brug komen wij langs de toren van Belem. In de 16e eeuw werd de toren als fort midden in de Taag gebouwd. In de 19e eeuw werd er land droog gelegd, waardoor de rivier smaller werd en de toren vanaf het vasteland te bereiken is.

Vervolgens zwakt de wind wat af en varen wij heerlijk langs de oevers van Lissabon.
Tegen 14.30 uur komen wij aan in de haven van Parque des Nacoes. Hier worden wij verwelkomd door 3 mannen die klaar staan om de lijnen aan te pakken, dit geeft een lekker gevoel als je maar met zijn tweetjes bent.
Jelle is direct mee naar boven gegaan om alle papieren in te vullen en wij kregen een mooi plekje aangewezen.
De haven ziet er schoon en verzorgd uit, er is 24 uur bewaking, dus dat voelt goed, vooral omdat Wind & Water hier de komende 4 weken blijft liggen.
Donderdag zijn wij de wijk rond de haven gaan verkennen.
Deze wijk was een achterstandswijk. Voor de Expo in 1999 zijn alle oude huizen afgebroken en zijn er prachtige, nieuwe, moderne appartementen voor in de plaats gekomen met o.a. veel speelplaatsen voor kinderen.
Wanneer je verder door loopt, passeer je het Portugal paviljoen ontworpen door een Portugese architect. Het gebouw heeft een enorm betonnen dak, dat als een zeildoek boven de voorhof hangt, heel bijzonder!

Dan krijg je het Vasco Da Gama winkelcentrum; alle modeketens en een zeer grote supermarkt zijn er vertegenwoordigd.
                              

Dit alles dicht bij onze haven; een heel ander Lissabon met veel moderne architectuur.
Vrijdag moet er maar weer eens gewassen en gepoetst worden. Daarna wilden wij naar het Oceanaria, dit op 10 minuten afstand. Het gebouw ziet eruit als een vliegdekschip. Dit is het op een na grootste aquarium ter wereld. In het centrum van het gebouw is een bassin met vele grote en kleine vissen.
Dan zijn er 4 aparte zee-landschappen gemaakt, hierin zwemmen de vissen die in betreffende oceanen voorkomen.
’s Middags komen Yvonne, Martin en hun dochtertje Mare op bezoek. Zij zijn al 6 jaar onderweg. De eerste 3 jaar met een zeilboot van ongeveer 10 meter, inmiddels hebben zij alles in Nederland verkocht en een andere boot van 15 meter gekocht waarop zij al weer 3 jaar rondvaren. Zij kennen de Portugese en Spaanse kust. Leuk om de verhalen te horen en zij geven ons tips over de mooie baaien om te ankeren en de havens die wij nog gaan bezoeken. A.s. woensdag vertrekken zij naar Madeira 450 mijl (3 dagen en 3 nachten) varen. Het plan is om daarna naar de Canarische eilanden te gaan en daar te overwinteren. Misschien kunnen zij daar tijdelijk wat werk vinden.
Yvonne gaf ons wat adresjes door voor ons bezoek aan Belem.  De Pasteis de Belem mochten we beslist niet missen, moet je voor in de rij, maar zeker de moeite waard!
Inmiddels hebben wij ze op en ze zijn heerlijk, echt waar. Dan de 2 watersportzaken ook handig als je daar een adres van hebt. Wij moeten 2 waterkaarten en een nieuwe pilot hebben voor het stuk na Gibraltar tot Cartegena.
Zaterdag tegen 11.00 uur zitten wij in de bus, 5 minuten lopen van de haven. Twintig minuten later komen wij aan in de wijk Belem. Een prachtige oude wijk met erg veel groen tussen de statige,oude musea, kerken en gebouwen.
Eerst hebben wij de watersportzaken gezocht en gevonden. De mooiste zaak was aan de haven van Belem. Hier hebben wij dan ook onze slag geslagen. Gelukkig konden wij alles laten staan en op de terugweg ophalen. Inmiddels waren wij moe van het winkelen en toe aan een terras dat is in Lissabon niet moeilijk om die te vinden.
Vervolgens hebben wij ons plan gemaakt wat wij wilden zien.
Het eerste is het Monument to the Discoveries, staat aan de Taag met aan het hoofd Hendrik de Zeevaarder, die heel veel expedities sponsorde van 1410-1460.









Dan de toren van Belem, daarna via de loopbrug over de snelweg naar het Jeronimusklooster.
Prachtige gewelven en zuilen en in een van de zij kapellen ligt Vasco da Gama begraven.

Toen het koetsenmuseum, dit was vroeger een manege, hier stonden wel 100 koetsen uit de 18e en 19e eeuw.



Vervolgens in de rij voor de Pasteis de Belem.

Tegen 18.00 uur waren wij aan boord veel indrukken rijker en vermoeide benen.
Aan boord gegeten en de mail gelezen en daarna heerlijk onderuit met een boek.

Zondag doen wij het rustig aan. Inmiddels extra zonne-tentje opgezet en met het windje erbij is het zowel binnen als buiten goed toeven.
Vanochtend maar eens onze “logeerkamer” een beurtje gegeven. Als wij terugkomen 21 augustus varen vrienden een weekje mee. Hun bedje is inmiddels gespreid.
Morgen de voorraad aan boord weer op pijl brengen.
Dinsdag de laatste was en de voorbereidingen voor het vertrek van woensdag afmaken.
Dit is dus voorlopig ons laatste blog.
Vanaf 22 augustus pakken wij weer de draad op, om jullie verder mee te laten genieten van onze reis.






Zondag 17 juli 2011
Oeiras - Dagje met de trein naar Lissabon.
Inmiddels liggen we al weer een week in Oeiras, de tijd vliegt.
De komende week gaan wij naar onze voorlopige laatste haven in Lissabon.
Afgelopen woensdag zijn wij een dagje in de buurt van de haven gebleven.
Iedere dag schijnt hier de zon en is het tussen de 25 en 30 graden. Regelmatig is er een flinke zeebries vooral de afgelopen dagen, dan waait het zelfs ’s nachts stevig, door toch zeker een windkracht 6. Maar aan boord blijft het goed toeven.
Vanuit onze kuip kijken wij uit op een zoutwater zwembad met maar liefst 3 duikplanken.
Bij het liggeld van de haven is de toegang tot dit zwembad inbegrepen. Rondom de bassins staan ligstoelen en parasols allemaal vrij beschikbaar.
Jullie begrijpen het al, wij zijn natuurlijk die middag naar het zwembad geweest. Doordat bijna alles tegen de rotsen is gebouwd ligt het zwembad ook wat hoger, zodat wij vanuit het zwembad onze boot zien liggen en op de Taag de cruiseschepen voorbij zien komen.


Dat was dus een lekker rustig dagje.
Donderdag zijn wij  naar Lissabon geweest. Vanaf de haven is het ongeveer een kwartiertje lopen naar het treinstation. Hier kochten wij 2 retourtjes Lissabon voor € 6,60.
Een half uurtje later stonden wij in het centrum van Lissabon.
De stad heeft minstens 550.000 inwoners en is gebouwd op 7 heuvels.
Lissabon werd in 1755 totaal verwoest tijdens de aardbeving die ook Cascais en Estoril verwoestte.
De meeste gebouwen zijn dan ook uit de 18e eeuw. De wijk Alfama met het kasteel Sao Jorge zijn het minst getroffen tijdens de aardbeving. Deze wijk en de wijk Bairro Alto met zijn nauwe heuvelachtige straatjes hebben nog een eigen karakter. De toren van Belem is nu een monument, herinnert aan het maritieme verleden in de wijk zijn vele musea hier moeten wij dus nog een middag aan besteden.
Midden in het centrum is de Elevador de Santa Justa, gebouwd rond de eeuwisseling een smeedijzeren lift versierd met filigrein. Als je boven bent hebt je een prachtig uitzicht over Lissabon.
De wederopbouw van Lissabon ging heel snel; vanaf het water, de brede triomfboog zijn er allemaal parallele straten naar de binnenstad aangelegd.
Volgende week, als wij in de stad Lissabon zelf liggen, gaan wij de Fadomuziek beluisteren, die in speciale restaurants tijdens het diner gezongen wordt.
In de Restauradores hebben wij de Hop-on, Hop-off bus genomen om alles zittend te bewonderen en de vele bezienswaardigheden die wij nog niet te voet gezien hadden.
De tocht duurde 1 ½ uur en was beslist de moeite waard.
Nog enkele bijzonderheden waren de gevel van de kathedraal van Se, het Rossiostation nog steeds in gebruik en het theater National op het Figueira plein.


De vele musea en parken die de stad kennen liggen overal verspreid.
Het Oceanario was het pronkstuk tijdens de Expo ’98.
In deze wijk Parque des Nacoes is de jachthaven waar Wind & Water de komende tijd zal liggen, als wij van 27 juli t/m 21 augustus naar Nederland gaan.
Even terug naar huis, daar kijken Jelle en ik ook wel weer naar uit.
Dinsdag 12 juli 2011
Peniche - Cascais - Estoril - Oeiras.
Zondagochtend zijn wij tegen 8.30 uur uit Peniche vertrokken.
Wij hadden een heerlijke rustige nacht achter de rug. Om 7.00 uur opstaan was dus geen probleem.
Aangezien de havenmeester op zaterdag vrij was, moesten wij zondagochtend bij hem afrekenen. Jelle ging naar de havenmeester om te betalen. Na het afrekenen vroeg hij wat onze volgende haven was, Jelle antwoordde Cascais. De havenmeester keek ongelovig en zei in wat gebrekkig engels daar ga je toch niet heen. Weet je dat een ligplaats daar € 50,00 kost en als je 5 mile verder vaart naar Oeiras betaal je € 35,00 per nacht en de haven is wat kleinschaliger.
Jelle kwam weer aan boord en vertelde het verhaal. Wij hadden besloten om wat langer in de volgende haven te blijven liggen, aangezien wij mooi op schema lagen wat tijd betreft.
Dus op naar Oeiras, € 15,00 per dag was snel verdiend!
De afstand was ongeveer 50 miles dus 8 ½ uur varen.
Terwijl wij op de motor over de Oceaan voeren, hadden wij echt het gevoel dat wij helemaal alleen op het water waren, nergens was een zeil- of motorboot te zien. Alleen hier en daar een vissersbootje, wel veel visboeitjes. Aan deze boeitjes maken de vissers hun kreeftenkooien vast, vaak kun je ze niet goed zien vooral door de deining van het water, de angst van iedere zeiler is namelijk dat je die lijnen in je schroef (hangt onder de boot) krijgt zodat je boot niet meer vooruit kan. Dit betekende wel opletten dus!
Halverwege onze tocht kregen wij bezoek van 4 dolfijnen die een heel stuk met ons mee zwommen een grappig gezicht zij deinen mee op het water en het ritme van de boot het blijft een bijzondere ervaring.
Wij passeerden Cascais en Estoril en de deining was bijna weg de wind wakkerde aan en zo hebben wij de laatste anderhalf uur nog heerlijk alleen op de fok gezeild maar wel met een snelheid van 6 knopen.
Zo voeren wij de monding van de Taag in, waar het laag water begon te worden en wij hadden al gelezen dat er veel stroming kan ontstaan bij de ingang van de haven Oeiras.
Dat hebben wij geweten Jelle voer bijna overdwars met zijn boot de smalle ingang binnen en toen we eenmaal binnen waren merkte je niets meer van de stroming.
Het was een gezellige boel in de haven alle terrassen waren vol, wij kregen een prima box aangewezen en hebben lekker de boel opgeruimd en vanuit de kuip de kade bekeken.
Een nadeel was dat het weekend werd afgesloten met een soort disco die tot zeker 2 uur voortduurde.
Het was wel even wennen als je na 4 weken vissershaventjes en wat geankerd hebt, ineens in zo’n drukke haven bent. De dagen erna waren echter heel erg rustig.
Maandag lekker uitgeslapen en ’s middags de fietsjes gepakt om naar Estoril en Cascais te gaan.
Want ja iedere zeiler moet in Cascais zijn geweest………………….
Vanuit Oeiras naar Cascais kom je eerst in Estoril. Dit is een stad met 25.000 inwoners en een heerlijk klimaat beschut door het Sintra gebergte van de Westen- en Noordenwinden.
Het is een mondaine stad en van oorsprong een overwinteringsplaats voor rijke Engelsen.
Tevens een toevluchtsoord van koningen, prinsen, markiezen en ander blauw bloed, dit kun je nog zien aan de prachtige statige villa’s die aan de kust staan.
Wij hebben natuurlijk al fietsend wel uitgekeken of wij misschien Louis van Gaal en zijn Truus nog tegen kwamen, maar nee niet gezien.
Aan het strand hebben wij een heerlijk ijsje gegeten en toen weer verder naar Cascais.
Wij hadden niet gedacht dat het minstens 10 kilometer fietsen was, maar we moesten er heen.
Cascais heeft 29.000 inwoners en van de oude stad is bijna niets meer over. De troepen van Alva hebben in 1580 daar huisgehouden en daarna in 1700 nog een zware aardbeving.
Vanuit de boot hadden wij de Cabo do Roca al gezien dit is het meest westelijke puntje van het Europese vasteland.
Eerst moesten wij natuurlijk naar de jachthaven. Voordat je hier bent fiets je door een gezellige, toeristische stad en leuke winkeltjes. Aan het eind ervan lag de jachthaven, wel erg groot kunnen zeker 600 jachten liggen, maar was voor driekwart vol, denk ik. Op de terrasjes was het ook niet druk. Op de kant stonden verschillende schepen waaraan gewerkt werd. Inmiddels hadden wij wel trek gekregen en besloten in het stadje wat te gaan eten.
Daarna tegen zes uur weer de fiets op terug naar de boot.

Vandaag zijn wij naar het park van de poeten gewandeld, de afstand was zeker 6 kilometer heen en dan heuvel op heuvel af dat was wel vermoeiend maar goed voor het lijf, zullen wij maar zeggen. Het was een prachtig park met standbeelden van Homerus (konden wij trouwens niet vinden) Vergilius en Camoes gemaakt door Machado de Castro. Heel bijzonder dat wel.
 Voorlopig blijven wij hier nog een paar dagen en gaan ons voorbereiden op een dagje Lissabon.
Zaterdag 9 juli 2011
Nazare - Alcobaca - Obidos - Peniche.
Op maandagochtend 4 juli zijn wij om 8.00 uur vertrokken naar Nazare 35 mijl zuidelijker.
Deze plaats ligt tussen Porto en Lissabon in.
Bij het uitvaren van de haven begon Jelle enthousiast alle zeilen te hijsen. Het eerste half uur ging het redelijk, alleen toen de snelheid daalde tot drieenhalve knoop besloten wij de zeilen te strijken. Er stond weer een lange, hoge deining recht van achteren. Niet zo lekker, wij hebben danook echt  dit tochtje uit gezeten. Tegen 14.00 uur naderden wij het havenhoofd. Inmiddels hadden wij een smsje ontvangen dat Frans en Rina daar zouden staan.
Wat bijzonder, zo ver weg dan toch ineens weer vrienden te zien. Het welkom was geweldig.
Frans had een welkomstbord getekend, alleen vanaf de boot was het wat moeilijk te lezen.
Nadat wij hadden aangelegd hebben wij champagne gedronken op onze aankomst en weerzien. Vervolgens moesten wij eerst naar het havenhoofd, want daar hing het welkomstbord.
Zo, zijn wij ons hele leven nog nooit door iemand verwelkomd!


Rina had een compleet programma gemaakt voor de komende dagen. Betere gidsen als zij zijn er niet. Zij komen al vele jaren in Portugal en hebben vier jaar geleden hier zelfs een huisje gekocht!
Wij hebben ons heerlijk laten verwennen. Lekker gegeten met zijn viertjes. 
Onderweg hadden Jelle en ik besloten om van de lichte granfoulards, hoezen te maken voor de stoelen en de banken, bij warmte is dat praktischer dan het leer. Rina wist een ateliertje waar men dat wel kon. Sinds gisteren zitten de hoezen er omheen en ziet het er keurig uit.
Dinsdagmiddag hebben Frans en Rina ons Nazare laten zien. Het is een oorspronkelijk vissersdorp en heeft nu 15.000 inwoners. Tegenwoordig komen hier veel Portugezen hun vakantie door brengen. Mooi net stadje met allemaal rood stenen dakens en witte geveltjes, erg proper.
Natuurlijk kennen Frans en Rina inmiddels de beste restaurantjes daar, dus gezellig met zijn viertjes gegeten.
Op woensdag 6 juli zijn wij eerst naar het atelier geweest en de hoezen waren de volgende dag keurig gestikt. Vervolgens naar Alcobaca, door dit stadje lopen 2 riviertjes Alco en Baca die aan het eind weer samen komen. Bij het koffie drinken keken wij uit op een groot plein waaraan de grootste kerk van Portugal staat de Mosteiro de Santa Maria. Ze staat op de lijst van Unesco werelderfgoed, gebouwd tussen 1178 en 1233 1252 in 3 fasen.

Bijzonder zijn de graftombes van King Pedro I en Ines de Castro. Dan de grote oude keuken en de zalen die nog steeds voor concerten, lezingen en tetoonstellingen wordt gebruikt. Het uitzicht op de Franse binnentuin is werkelijk een plaatje.
Tegen drie uur kregen we wel weer trek onze gidsen wisten een goed adres om te lunchen maar het werd een compleet diner Antonio Padeiro. Gezellige lokatie en tegen half vijf stonden wij weer buiten. Tijdens het diner had ik gevraagd of er ergens misschien nog een grote supermarkt was om te fourageren, want naar 6 weken had ik niet veel voorraad meer.
Frans had een goed idee om dit te combineren met een stuk Nazare, de Sitio, en het fort dat wij nog niet hadden gezien. Je kunt van beneden ook met een kabelbaan naar de Sitio.

Aldus gedaan, Rina en ik de Liddle, Jelle en Frans de cdwinkel in, want aan boord moest natuurlijk wel Portugese muziek zijn.
Donderdag 7 juli om 10.00 uur vertrekken, want we gingen een toer maken. Het zag er wat somber uit dus  de vestjes mee, natuurlijk helemaal niet nodig gehad.








Vandaag is Obidos aan de beurt. Frans kiest voor een prachtige route langs vuurtorens en molens met de mooiste vergezichten. Het blijkt dat veel van deze gebouwen door Engelsen opgekocht zijn en daar de zomers doorbrengen. In Soa Martinho do Porto stoppen wij om eindje te wandelen en koffie te drinken.Dit dorpje ligt aan een ondiepe baai met een heel uitgestrekt strand.
Vervolgens wat dieper het land weer in komen wij aan in Obidos. Een betoverend stadje met mooie witte huizen liggen binnen de 14de eeuwse muren. De stad wordt overheerst door het kasteel waar  nu een pousada is. Er is een lang pad dat langs de kantelen loopt, dat geeft een mooi gezicht op het stadje.

Na de late lunch rijden wij weer terug naar de boot en spreken af dat vrijdag een rustdag wordt voor ons alle vier, wij stellen voor om aan het eind van de dag met onze gastheer en gastvrouw ergens lekker te gaan dineren, want dat hebben zij wel verdiend.
Frans en Rina alle dank aan jullie het waren super dagen.

Zaterdag 9 juli hebben wij de draad van het varen weer opgepakt en zijn om 9.00 uur vertrokken naar Peniche dat 30 mijl zuidelijker ligt. Het is een drukke vissershaven en waarschijnlijk blijven wij hier maar 1 nachtje. Wij zijn nu nog ongeveer 120 kilometer van Lissabon af.

Zondag 3 juli 2011
Povoa de Varzim - Nazare.

Vrijdag zijn wij naar Porto, ook wel de Barokstad genoemd, geweest.
Het is een van de oudste (11e eeuw) steden in Europa.
De stad heeft geprofiteerd van de subsidies van de Unesco. Bijna alle monumenten in de binnenstad zijn prachtig gerestaureerd. Porto heeft 245.000 inwoners is na Lissabon de grootste stad van Portugal.
Vanuit Povoa de Varzim zijn wij met de Metro gegaan die in het centrum van Porto eindigt.
Je koopt een kaartje van € 5,00 en je kunt de hele dag in alle Metro's, bussen, trams en zelfs de funicular in Vila Nova de Gaia (wijk waar de port gemaakt wordt).
Wij kwamen op de Avenida dos Aliados weer "boven" de grond en keken onze ogen uit.
Recht voor ons de Camara Municipal, het stadhuis.
Vervolgens liepen wij door naar het Sao Bentostation in 1916 gebouwd en nog steeds in gebruik. De binnenkant van de hal bekleed met porceleinen tegeltjes, waarop voorstellingen van oude vervoermiddelen en historische afbeeldingen worden weergegeven.


Dan de Kathedraal Se, via smalle straatjes die tegen heuvels lagen, klom je omhoog langs "versleten"huisjes met kleurig betegelde geveltjes.

Aan de overkant van de Douro rivier (927 km.lang) ligt de wijk Vila Nova de Gaia. Elke straat zit vol met porthuizen, hier zijn geen kelders, waar de port gemengd wordt en rijpt. Via de Dom Luis I brug, gebouwd in 1886 kom je in deze wijk.

Kortom een prachtige stad die zeker een bezoek waard is.
Terug aan boord waren wij moe maar voldaan.

De nacht die hierop volgde was bijzonder. Om 13.00 uur werd ik wakker van een sirene die wel een kwartier aanhield, daarna een half uur stilte en de sirene begon opnieuw.
Ik maakte Jelle wakker, die slaapt namelijk overal doorheen. Samen luisterden wij en stelden vast dat het de mistsirene was, buiten zat het "potdicht". In bed dacht ik, dit wordt dus morgen een dagje blijven liggen. Om 6.30 uur liep de wekker af, wij keken naar buiten alles helder.
De boel klaar gemaakt; het was koud, dus de lange broeken, skisokken en fleechevesten aan.
De tocht was 73 mijl, de wind was zuidwest, anders dan voorspeld en is tot het laatste uur onder de 7 knopen gebleven, hetgeen betekende dat wij op de motor dit stuk hebben gevaren.
Om 18.00 uur kwamen wij aan in Figueira da Foz. Inmiddels hadden onze kennissen in Nazare alweer gemaild, dat zij een box voor zondag en de daarop volgende dagen hadden gereserveerd.
Toch hebben wij besloten om vandaag een dagje "rust" te nemen.
Morgen vertrekken wij voor een tochtje van 35 mijl naar Nazare.